top of page

201104-Thomas Wildner

4-vragen interview:

 

Wie is Thomas Wildner?

 

Thomas Wildner werd geboren in 1966 in Essen, Duitsland. In 1990 studeerde hij af aan de AKI kunstacademie in Enschede. Tegenwoordig woont hij in Amsterdam waar hij tevens zijn atelier heeft. Wildner geeft lezingen, is docent en is als curator betrokken geweest bij verschillende projecten. Van Sydney tot Los Angeles en door heel Nederland en Duitsland heeft hij solo- en groepstentoonstellingen gehad. Op dit moment is het werk van Wildner ook te zien in Museum Waterland in Purmerend tot en met 22 mei 2011.

 

Wie inspireert jou?

 

Beeldhouwer Donald Judd inspireert Wildner in de manier waarop hij met ruimte en leegte omgaat. Judd plaatste vierkanten volumes achter elkaar waarbij de lege ruimte tussen de boxen een even belangrijk deel uit maakt van het kunstwerk. Het is het samenkomen van de architectonische ruimte en het beeld en de eenvoud in het concept wat inspireert.
Bij het werk van Francois Morellet is het vooral het omgaan met toeval en getallen dat inspirerend werkt voor Wildner. Vanuit mathematische getalverhoudingen maakt Morellet random keuzes en gebruikt hierbij de gevolgen van dit toeval op een conceptuele manier.

 

Waar plaats jij jezelf binnen de kunstgeschiedenis?

 

Met zijn kunst wil Wildner de lijn van de Amerikaanse conceptuele kunst voortzetten. Voor hem gaat het hierbij vooral om de op wetmatigheden gebaseerde kunst die voortkomt uit de concrete kunst (Van Doesburg, Base de la Peinture concrète, 1930). Bij de conceptuele en concrete kunst is er vaak een voorliefde voor geometrie, rasters, wiskundige formules en ritmes. Het is kunst die niet iets anders voorstelt. De belangrijkste thema’s in het werk van Wildner sluiten hier op aan. Ordeningsprincipes als lineariteit en toeval zijn altijd in zijn werk aanwezig. Zijn houten wandreliëfs ontstaan door de natuurprincipes van irreversibiliteit, groei en vooruitgang.
De structuur en de voortgang van lijnen en vormen bepaalt hij door regels die ingevuld worden door bijvoorbeeld willekeurige telefoonnummers. Het is het opzoeken van wiskundige grenzen en wetmatigheden maar tegelijkertijd hierin proberen zo min mogelijk te bepalen.

 

Welke werken zijn in de etalage te zien tijdens de Even over vieren-expositie?

 

In Petit Port/PP44 zijn t/m 16 mei 2011 vier recente werken van Wildner te zien. De wandinstallatie OPU/certain line step to step bestaat uit 8 onderdelen. Net als het wandreliëf OPU/ certain line RAS 13 green, is ook de 8-delige installatie opgebouwd uit ovaalvormige houten elementen, die elkaar altijd maar op één punt raken. Strikt lineair volgt een element het andere op. In het derde reliëf uit deze reeks, Monkey dollar, 1move, 18 steps, vertakken de elementen snel en heeft ieder element twee verbindingen. Positie en volgorde van de ronde elementen worden bij elke stap opnieuw bepaald. Uit de serie Certain Improbability is het werk CIM Ribbon situation te zien. Dit nieuwe werk bestaat uit verschillende zeshoekige vormen in grijs en wit. In ieder beeld worden binnen elf stappen lintachtige situaties uitgebeeld. De hoekstand is bepaald door toeval.

tekst / interview: Tara Lem

Galerie Petite Port

Leiden, 2011

 

Sainte victoire #2

 

De tentoonstellingscyclus ‘Sainte Victoire’ verwijst naar de berg die Cezanne veelvuldig schilderde om op analytische wijze te laten zien hoe de wereld achter de concrete waarneming ontleed kan woorden via deconstructief denken. Gastconservator Jasper van der graaf laat in zijn eigen werk dynamische vormpatronen ontstaan die niet alleen gaan over denken naar abstractie maar ook over de frictie tussen stilstand en beweging. In zijn complexe vormstelsels klonteren geometrische basisgegevens samen of vallen uit elkaar.

Van der Graaf nodigde Thomas Wildner uit om in SAFE te laten zien dat geometrische patronen ook grillige verschijningsvormen kunnen opleveren. Wildner combineert elementaire organisatie met de factor toeval. In tegenstelling tot Van der Graaf (die het platte vlak prefereert) werkt hij zijn bevindingen uit in driedimensionale componenten.

Wie dat wil, kan in Wildners werk abstracte rupsen, slakken of spinnen herkennen die de wanden van de tentoonstellingsruimte beklimmen. Grillig zijn ook de getallenreeksen (zoals wilkeurige telefoonnummers of data) en berekeningsformules die de kunstenaar hanteert bij het bepalen van de structuur en de voortgang van de lijnen.

Wilder werkt in clusters van autonome vormen die door de kleur bij elkaar woorden gehouden. Hij combineert groepen wandreliëfs tot een geheel waarin dynamiek en ordening elkaar evenwicht houden. Elk beeldelement afzonderlijk bestaat uit een aantal bewegingen die genummerd zijn. Elke beweging staat in feite voor een concrete ingreep in het verloop van de vorm. De doorgaande lijn wordt onderbroken door verandering van het snijvlak. Daardoor buigt de geometrische figuur naar onderen, naar boven, naar voren of naar achteren. Dat leidt tot een zekere onvoorspelbaarheid die haaks staat op de wetmatigheid van de toegepaste vertrekpunten, definities en formules. ‘Trebesice-genome’  ziet eruit als een tweedelige oranjezwarte spin en ‘ Certain improbabillity’ is een grillige kluwen van vormbuigingen die er ondanks de toegepaste wetmatigheden bijna ongerijmd uitziet.

 

Wim van der Beek

kunstbeeld.nl juni 2006

Sainte victoire #2,

‘denken naar abstractie’

SAFE, Dalfsen  2006

 

 Stay

 

The urbane abstract drawings and sculptures of Dutch artist Thomas Wildner have a dignified clarity and charm, as well as an obscure and volatile inner sense. They consist of a single line that wanders across an expanse of flat color, doubling back, veering off and criss-crossing over itself until it finally leaves the frame. The lines are created by a rigorous process of walking in a certain direction for a certain length of time, as determined by the last two digits of the telephone numbers listed in the phone book for a particular place. Playful and somehow anarchic, they are slick visual maps of journeys undertaken according to an almost-comprehensible system.

 

The wooden sculptures resulting from this system have a very different feel. The six possible directions are now visualized in three dimensions, and the lines create a solid hexagonal form. The small dark shapes are wonderfully vigorous, intense and organic, reminiscent of fossilized intestinal tracts or evocative of tunneling worms.

...

 

 

Lizzy Le Quesne

Stay

Futura gallery, Prague  2004

selective whole

Raid projects,

Los Angeles (USA), 2002

Ananke and Tyche

 

On the frieze of an ancient Greek temple we see Ananke chasing a man, who is on his turn pursuing Tyche.

Ananke -the Goddess of necessity, fate and destiny- chases mankind who is, in turn, chasing Tyche –the Goddess of chance, the unexpected, luck. The Greek viewed this scene as a metaphor of life: Escaping the necessity of pursuing luck. In our contemporary perception of the world necessity, seen as causality, is actually the exception, and chance is the supporting motive of natural appearance, This idea demands a closer look at the archaic frieze.

Not least since the discoveries of the quantum mechanics, and chaos theory the distinction between cause and consequence is not always that obvious. Causality as the leading term of explanation seems to fill us with a growing distrust. Those facts that we can explain by means of causality are the incidental exceptions to the rule. It is no longer that mankind run from necessity and to chases chance; Mankind runs from chance and chase necessity.

 

Necessity and luck, rule and chance, causality and contingency.

 

In the first drawing, 10000-1/5/9 grids are dissolved by the act of chance and strict regulations are transformed into structures that seem to be dominated by a non-linear, non-repetitive character. The fusion of causality and contingency constructs a ‘field’ with a myriad of possibilities. A seemingly endless field of options, with mathematical boundaries that are beyond the reach of human comprehension.

 

In the second drawing the grid -as an expression of causality and carrier of the image- is taken over by the open field. In this drawing entitled’ RW 180 5/10 785 steps’ the blank paper equalises the field of options. These options are only limited by the size of the paper. Causality is here confined to a sequence of single lines that are based –both in length and direction- on the  coincidence of the telephone directory. The end of the one line marks the beginning of another. This freedom is restricted only by the parameter that translate the random numbers into lines.

In this way not the drawing itself is designed, but actually the preferences that lead to its final appearance.

 

These works are extractions of noise; options turned into matter. It is the improbable, extraordinary situations within such a field that draw the observers attention. Fundamentally complex situations with a surprisingly natural appearance.

Like the mathematician Norman Zabusky –professor of non-linear dynamics- stated: “Beauty is there where the unexpected occurs”

 

Thomas Wildner

rauschen

at archipeel 

 nieuw en meer foundation

Amsterdam 1998

Neg-)Entropie

Malte Lenze

vertaling   Han van der Vegt

 

 

"Informatie" is het spiegelbeeld van "entropie",  ze is de omkering van de tendens van alle objecten (van de hele objectieve wereld),  om tot steeds waarschijnlijker situaties en tenslotte tot een vormeloze hoogst waarschijnlijke situatie te vervallen.'  

                                                                                  (Vilem Flusser)

 

Entropie betekent de zo gelijkmatig mogelijke verdeling van elementen over een ruimte. De hoogste graad van entropie is dus de waarde van maximale ordeloosheid. De tweede hoofdwet van de thermodynamica stelt, dat natuurkundige processen in gesloten systemen in de tijd maar een kant uit kunnen. Ze verlopen onwederkerig in een richting. Een in verhouding warmer lichaam koelt af, een kouder lichaam wordt warmer. Alles beweegt zich naar een eindtoestand toe, die maximale entropie genoemd kan worden. Deze toestand is tegelijk natuurkundig gezien de meest waarschijnlijke. De meest waarschijnlijke situatie is dus de gelijkmatige verdeling van de elementen, de situatie van een volledig vormloos (chaotisch) universum, hoe men zich dat dan ook moet voorstellen. Daartegenover is elke toevallige,  noodlottige of geschapen ordening van elementen,  of het nu gaat om een planeet,  molecule,  amoebe,  plant,  dier,  mens of om een Sachertorte,  een hoogst onwaarschijnlijke gebeurtenis.

 Het technische begrip informatie gedraagt zich bijna analoog hiermee. De hoogst waarschijnlijke situatie bevat zeer weinig tot geen informatie (1), de onwaarschijnlijke en daarmee zeer zeldzame situatie heeft daarentegen een hoge (negentropische) informatiewaarde. Dat betekent dat de waarde van informatie in technische zin meetbaar is,  wat overigens niets zegt over haar morele, ethische of kunstzinnige waarde. In technische zin bevat niet alleen een krant, een boek of een journaaluitzending informatie, maar ook een planeet, een molecule, ... en de Sachertorte, en hun informatiewaarde is even hoog als de onwaarschijnlijkheid van hun bestaan (hoewel de berekening daarvan meestal onmogelijk is).

 Zo bezien leven wij in een uiterst 'geãnformeerde' wereld, ver verwijderd van de toestand van entropie. Wij bestaan uitsluitend op grond van een heerlijke, voortdurende ophoping van onwaarschijnlijkheden. Onze planeet produceert aan de lopende band informatie, die volgens de tweede wet van de thermodynamica evenzogoed weer verloren zal raken. Op het culturele vlak is het niet anders. Hoewel het menselijk handelen bewust tegen de entropie ingaat - want de mens kan de wereld 'vorm' geven, haar informeren - toch zijn zijn daden en niet in de laatste plaats ook hijzelf overgeleverd aan de waarschijnlijkheid. Dit alles geldt natuurlijk alleen, wanneer de loop der dingen zich daadwerkelijk in een gesloten systeem zou afspelen (wat tegelijk voorstelbaar en onvoorstelbaar is).

 Naast de loop der dingen, die ook culturele verschijningen vroeger of later noodzakelijk in hun bestanddelen doet uiteenvallen, moeten we nog een tweede, misschien typisch postmoderne vorm van informatieverlies bekijken. Net zo goed als de mens informatie kan opwekken, kan hij actief het informatieverlies bespoedigen. Het gaat mij hier nu eens niet om de ongelofelijke vernietigingswoede van onze soort, maar om iets anders, iets veel gecompliceerders. Want het gebeurt intussen ontzettend veel, dat er informatie wordt geproduceerd en tegelijk weer wordt vernietigd. Dit is het principe van de massaproduktie, die reeds alle terreinen van de cultuur beheerst (de kunst niet uitgezonderd). Veel  denkers hebben al gesteld dat deze vermenigvuldiging van gelijksoortigheid kenmerkend is voor onze cultuur. Het gaat hier om de vele verscheidene vormen van de massificatie, waarvoor Ortega y Gasset en Le Bon al bang waren. De productie van eendere zaken houdt noodzakelijk de verhoging van de waarschijnlijkheid en tegelijk de vermindering van informatie in. In haar eigen, technische betekenis is informatie elitair, de gelijkvormige massainformatie is daarentegen 'vulgair' (triviaal). De informatiemaatschappij produceert een reusachtige hoeveelheid informatie, die ze bijna gelijktijdig weer vernietigt door de massale verspreiding ervan. In zekere zin is ook het subject niet gevrijwaard van dit informatieverlies door middel van massificatie. Het verwijdert zich van zijn subjectiviteit, en zont zich, volledig vervreemd, in de algemene gelijkgeaardheid. Zo zien de cultuurpessimisten het in elk geval. Maar dat kan geen betrekking hebben op mijn onderwerp.

 Mijns inziens draait het in dit geval om de eerstgenoemde gelijkenis, om de loop der dingen, om het verval van informatie, om de algemene, universele tendens naar entropie. We hebben hier, lijkt mij, met iets volkomen natuurlijks te maken. Wanneer het universum beschreven kan worden als een gigantische entropische oceaan met archipels van toeval, met eilanden van negatieve en positieve informatie, van rustende en voortrazende tijd, dan hebben wij hier te maken met een samenballing, met een centrum van negentropie (informatie). Gebalde ordening, schijnbaar stabiel, maar toch gewijd aan het verval. De storingen, de ruis van de omringende ruimte overvragen het systeem. Het wordt chaotisch overgecompenseerd, door de algemene tendens tot entropie ingehaald en vernietigd. Het toeval int accijnzen voor de waarschijnlijkheid. Informatie wordt geproduceerd om toch weer uiteen te vallen. Toeval, schepping of noodlot worden door een waarschijnlijkheid zonder verband ingehaald. Misschien had God er daarom, in elk geval sinds Nietzsche, genoeg van om het noodlot te sturen of te vormen, als het toch uiteen moest vallen.

 

Denk niet dat God zich ergert aan het toeval, dat hij zich er diep door gekrenkt of bedrogen voelt: hij is hetgowoon zat. Prima'  (Jean Baudrillard)

 

Maar verrassend genoeg kan er in ons geval geen sprake zijn van verval, tenminste niet op het niveau van de informatie. Het schijnbare verval blijkt bij nadere beschouwing meer een uitzwermen, een uitzwermen van informatie uit informatie, een ontstaan van negentropie uit negentropie - de geboorte van nieuwe eilanden. En die nieuwe eilanden lijken niet zoals metastasen op hun oorsprong, ze zijn op geheimzinnige wijze anders. Ze kunnen zich hun uitgangspunt nog slechts vaag herinneren, als een mythe. Ze  zijn eilanden tegen de tendens tot entropie, en daarmee zijn ze uiterst menselijk. Ze dragen informatie van het geheel (bijvoorbeeld van de cultuur), maar vormen iets bijzonders, ze zijn symbool van de creativiteit, symbool van de menselijke geest. Ze zijn op chaotische wijze uit de oude ordening voortgekomen en vormen nu een uiteendrijvende archipel van buitengewone ordeningen, die zich, gebruik makend van de contingentie van de ruimte, met grote waarschijnlijkheid van zijn oorspronkelijke ligging verwijdert, maar altijd zijn eigen wortels in zich draagt.

 Om hun informatie zichtbaar te maken, om te communiceren, moeten de eilanden zich toch weer hergroeperen en de geordende vorm van de archipel terugvinden. Door zo'n haast schaamteloos onmogelijke gebeurtenis zou iets kunnen ontstaan dat bedrieglijke gelijkenis vertoont met de oertoestand, maar die in feite ver overtreft (wat betreft informatiewaarde), want de delen zijn niet meer dezelfde. Ze zijn verrijkt door ervaring. Ze hebben hun sporen achtergelaten en er zijn sporen in hen achtergelaten, ze hebben zoiets als 'wijsheid' verworven. Het bewustzijn van de eigen bijzonderheid van de eilanden laat nu de archipel met een des te helderder (informatie)licht stralen, want het gaat niet om de deling van de oorspronkelijke informatiewaarde in haar samenstellende delen, maar om de vermenigvuldiging daarvan.

 Zoals bij alle processen van de natuur is ook hier de kans op herhaling van de oertoestand weliswaar een mogelijkheid, maar in tegenstelling tot de oneindige contingentie is die, met haar waarschijnlijkheid van een tot oneindig, niet bijzonder groot. Alleen de demon van Maxwell (3 ), een heerser over toeval, zou een streek door de 'entropische' rekening van de natuur kunnen halen (en dat slechts tijdelijk) en de eilanden van de van haar oorspronkelijk pool wegdrijvende archipel weer samenvoegen. Hij kan het toeval of zelfs het noodlot op het goede spoor zetten. Zo'n soort demon lijkt ondanks de alomtegenwoordige tendens tot waarschijnlijkheid werkzaam in ons universum. Tegen de rationele wetenschappelijke visie op de wereld in blijft er altijd een vonk scheppende toevalsmagie bestaan.

 

  Wij zijn omringd door toeval - dat kan toch onmogelijk toeval zijn!

 

Maar eenmaal aan het toeval overgeleverd zal ook de herwonnen ordening weer uiteenvallen. En weer is slechts de macht van een 'grote beweger' in staat het proces cyclisch te maken, ordening uit chaos te scheppen, eilanden van ervaring samen te binden tot eilanden van informatie, om zoals Maxwells demon aan de entropie te ontsnappen.

 

 

Malte Lenze

vertaling   Han van der Vegt

 

 

 

 

(1)  Op het gebied van de akoestiek is de maximale entropie een ongedifferentieerde ruis.

(2 ) Hoe groter het ‘informatieverval’ van systeem en omgeving is, des  te hoger is ook de

       ‘egalisatiedruk’ in de richting van de entropie.

(3 ) De demon van Maxwell was een poging van de natuurkundige Clerk  Maxwell om de

      tweede wet te slim af te zijn, dat wil zeggen om de mogelijkheid open te houden, dat

      de meer waarschijnlijke situatie niet noodzakelijk intreedt, maar dat ze onder bepaalde   

      voorwaarden  onwaarschijnlijkheid, respectievelijk informatie, zelfstandig kan verhogen.

 

 

 

 

bottom of page